De gemeente Bunschoten kent verschillende typen gebieden. Ieder gebied ziet er anders uit en er vinden andere activiteiten plaats. Zo wordt er in het ene gebied gewoond en in het andere gebied gewerkt. De activiteit die in een gebied plaatsvindt, bepaalt in grote mate wat we in een gebied belangrijk vinden en wat we met een gebied willen in de toekomst. Zo mag er in een bedrijventerrein meer geluid worden gemaakt, terwijl het in het buitengebied een stuk rustiger is.
In de gemeente Bunschoten onderscheiden we de volgende gebieden:
Voor al deze gebieden willen we waar dat toegevoegde waarde heeft gebiedsgericht maatwerk formuleren. Dat betekent dat we afhankelijk van het gebied bepalen wat er wel en niet kan, en welke thema’s, waarden en ambities we daaraan koppelen.
Onder de Omgevingswet ontstaat er voor de gemeente lokale afwegingsruimte voor een aantal milieuthema’s (denk bijvoorbeeld aan geur en geluid). Dit betekent dat er ruimte is voor de gemeente om zelf keuzes te maken in wat we wel en niet toestaan. Deze afwegingsruimte biedt kansen, maar kent ook uitdagingen. De kwaliteit die we per gebiedstype graag zien wordt benoemd in de omgevingsvisie, en kan vervolgens worden vertaald in (soepelere of strengere) normen in het omgevingsplan. Het omgevingsplan is straks de vervanger van alle verschillende bestemmingsplannen binnen de gemeente. Er is straks één omgevingsplan waarin alle regels voor de verschillende delen van de gemeente staan. De gebiedstypes zijn dan een belangrijke verbinding tussen de omgevingsvisie en het omgevingsplan.
Het kan gebeuren dat straks een kwaliteit of waarde, die we voor een bepaald gebied benoemd hebben, in gevaar komt. We merken dat bijvoorbeeld doordat een norm of regel overschreden dreigt te worden of overschreden is. Dan nemen we maatregelen om de (dreigende) overschrijding weg te nemen. Dit doen we ook als we opgaven in een gebied hebben die samenhangen met ons beleid in deze omgevingsvisie. De dan te nemen maatregelen zijn een uitwerking van ons beleid uit deze omgevingsvisie en zijn gericht op het waarmaken van onze ambities uit deze visie. Hiervoor kunnen we een omgevingsprogramma opstellen. In de omgevingsvisie is op verschillende plaatsen in de tekst aangegeven waarover we een omgevingsprogramma kunnen of willen opstellen.
De bovengenoemde gebieden zijn niet los van elkaar te zien maar zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De woongebieden, de historisch waardevolle plekken, de bedrijventerreinen, het transformatiegebied en het (agrarische) buitengebied vormen een netwerk waarin zij van elkaar verschillen en elkaar aanvullen. Ieder deelgebied is verschillend, maar ze hebben gemeen dat het er prettig wonen en werken is.